STOF TOT NADENKEN

Juli 2024

WERK AAN DE WINKEL

Op vakantie lopend langs het strand van Ameland. Om iets preciezer te zijn: ergens tussen strandpaal 17 en 21. Niemand te bekennen. Mister Black, onze trouwe labrador, is als enige met mij. Verder slechts schelpen in velerlei vormen. Onnoemlijk veel kwallen. Het zand waait alle kanten op. Mijn gedachten eveneens. Een brainwave die omgezet wordt in een storm. Windkracht 8. Die wil heel wat. En dat lukt hem aardig.
Een groep meeuwen wordt opgeschrikt door een agressieve golf water. De witte schuimkoppen verraden een soort boosheid. Of onmacht, ondanks hun machtige aanblik. Het water stort zich met ongekend geweld op het strand. Op zoek naar vastigheid? Ingewikkeld verhaal. Het zoute water glijdt weer langzaam de zee in. Tegenhouden heeft geen enkele zin. Vechten tegen de bierkaai noemen ze dat in mensenland. Het water trekt zich terug en maakt zich op voor een volgende aanval. In zijn woede gooit hij van alles op het natte zand. Het strand is een verzamelplaats van dingen met elk een eigen geschiedenis. Zoals ieder mens zijn eigen verleden met zich meedraagt. Soms zichtbaar voor de buitenwereld. In geuren en kleuren gedeeld met anderen. Soms angstvallig binnengehouden. Bang voor de gevolgen als dingen worden onthuld.
Ik zie een grote oranje rubberen handschoen. Door hoeveel mensen gedragen? Onder welke omstandigheden? Waar is zijn partner gebleven? Voet aan wal gezet zonder het zelf te willen. Eenzaam liggend met wat zand op het lichaam. Hij wordt wel opgemerkt door voorbijgangers, maar niet gezien. Hij zal zichzelf moeten redden. Hulpeloos en hopeloos.
Een stuk touw van een meter of twee. Gedeeltelijk gerafeld. Ooit misschien gebruikt om schepen mee vast te leggen aan de kade. Of als onderdeel van een reddingsboei. Tot dienst geweest in meerdere situaties. En nu? Afgedankt. Tussen wal en schip geraakt.
Mijn gedachten voeren mij zomaar naar het verzorgingstehuis in Ommen waar ik met de Overijsselse Ziekenomroep veel kwam: een verzamelplaats van voornamelijk oude, afhankelijke mensen. Schepselen Gods met verschillende achtergronden:
Een ineengedoken vrouw die haar vork nauwelijks in een stukje brood kan prikken. Bijna lachwekkend. Moeder was ze van vijf kinderen. Eigenlijk zes, maar een zoontje was op achtjarige leeftijd door een tractor aangereden en overleden. Hoezo ‘eigenlijk’ zes? Volmondig zes natuurlijk! De andere vijf zijn allemaal goed terecht gekomen. Dat wordt zo genoemd. Maar die zullen ook zeker hun eigen zorgen en twijfels kennen.
Een luidruchtig pratende man. Zijn woorden getuigen van een onsamenhangend verhaal dat kant nog wal raakt. Hij moet zelf na elke zin enorm lachen. Zijn omgeving kijkt glazig en reageert nauwelijks. En dan te bedenken dat hij in vroeger tijd leidinggaf aan zo’n vijftien mensen in een toonaangevend financieel bedrijf.
Hoe oud zijn deze twee? Verlangen ze naar vroeger? Zijn ze eenzaam? Hebben ze nog toekomstdromen?
De wind is het spelen met het water en zand nog steeds niet zat. Mijn gedachten heb ik in enkele woorden geprobeerd te beschrijven. Maar ik ben daar ook nog lang niet klaar mee. Ga ik dat missen als ik oud mag worden en daar niet meer toe in staat ben? Zouden mijn vrouw, mijn kinderen en kleinkinderen weten wat me bezighoudt? Zou ik me afgedankt voelen?
Lastige vragen. Wil ik daar een antwoord op hebben? Ik denk eerlijk gezegd van niet. Maar het zet me wel aan tot denken, wetende dat er natuurlijk veel meer vragen op deze wereld zijn waar we geen raad mee weten. Klein en groot verdriet dat niet weggenomen kan worden. Onrecht en onheil treft velen. Gods ooit bedoelde schepping lijkt achter de horizon verdwenen. Het leven is niet maakbaar, al denk ik te vaak van wel.
De schelpen, de kwallen, de handschoen en het touw op het zand laat ik liggen. Daarbuiten is er genoeg om op te pakken!!!
Op het strand van het meer van Galilea waren Simon en Andreas ervan overtuigd om Jezus te volgen. Ook wij mogen dat doen in zijn spoor. In geloof, hoop en liefde.
“Doorlopen Mister Black! Werk aan de winkel”

Klaas Boeijinga

Gezegend zij die helpen in de nood
Wars van bewondering en eer
Onzichtbaar in het kleine groot
Zonder te zaniken om meer

Laat niet los
Geef niet op
Blijf erbij
Zolang je leeuwenhart nog klopt

Uit het lied ‘Zingen in de storm’ van Alex Roeka